Herkomst
Aalders uit Mitling-Mark
De familie Aalders die hier centraal staat, is afkomstig uit Oost-Friesland (N.B. Duitsland). De stamboom gaat terug tot Jan Aelderickts, overleden te Mitling in 1689. Hij huwde te Mitling met Grietje Ibelings. Hij was een gezeten boer, met veel grond. In het kerkelijk leven speelde hij een belangrijke rol. Tot 1819 woonden zijn nazaten in wat tegenwoordig de gemeente Westoverledingen (D.) is, in de Landkreis Leer. In 1819 verhuisde één van zijn nazaten, Gerhard Aalders, naar Leeuwarden.
Gerhard Aalders wordt bij zijn huwelijk kantoorbediende genoemd, bij zijn overlijden klerk ter provinciale griffie. In tussenliggende jaren wordt hij koffieschenker, koffiehuishouder en boekhandelaar genoemd. Zijn zoon Johannes Christiaan Aalders was koopman in chirurgicale instrumenten. Deze was volgens Gerhard Charles Aalders ‘aan ’s Heeren dienst geheel vreemd’, zijn tweede vrouw Helene Cocheret de la Morinière ‘oprecht-godvreezend’. Zij was de dochter van ds Jean Daniel Cocheret de la Morinière.
Jean Daniel Cocheret de la Morinière (1794-1860), predikant o.m. in Luik, later hulpprediker te Amsterdam, stamde uit een Franse refugié-familie. In de volgende generaties zien we hoe de afstammelingen van Johannes Christiaan Aalders zich wat hun beroepen betreft oriënteerden op hun Franse familie. Vanaf nu was het volgen van onderwijs en het geven ervan (op school of in de kerk) ‘normaal’ onder zijn nazaten.
De eerste die dit deed was Gerhard Jan Daniel (1855-1926), zoon van bovengenoemde Johannes Christiaan Aalders en diens vrouw Helena Cocheret de la Morinière. Gerhard Jean Daniel Aalders trouwde in 1879 in zijn toenmalige woonplaats Londen met Mary Ann Elisabeth Davis en keerde in 1881 naar Nederland terug. Daar kwam hij in aanraking met ds. A. Brouwer (1838-1901), vanaf 1883 predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Amsterdam. Onder diens invloed kwam het tot een krachtdadige bekering. Daarop besloot Aalders theologie te gaan studeren. Van 1891-1895 woonde en studeerde hij te Kampen, daarna diende hij verscheidene gemeenten. De (mondelinge) overlevering tekent hem als een markant figuur. Een innig vroom gemoed paarde zich aan een grote fysieke kracht. Menig dorpsveldwachter deed tijdens roerige kermisdagen een beroep op dit laatste. Zijn vroomheid was van een bevindelijke snit. Zijn moeder volgde hem naar de Christelijke Gereformeerde Kerk, broers en zusters waren of werden buitenkerkelijk. Een van hen was lid van de Remonstrantse broederschap.
Hoewel zijn bekering onder invloed van een afgescheiden predikant geschiedde en zijn eerste standplaats in Gouda een A-gemeente was, en hoewel hij in de strijd tussen ‘Kampen en de VU’ welbewust de zijde van Kampen koos, liet hij zijn kinderen studeren aan de Vrije Universiteit. Deze betrokkenheid bij Kuyper en de VU droeg hij aan hen over. Zijn zoon Gerhard Charles Aalders bedankte in 1912 voor een benoeming aan de Hogeschool te Kampen. Zijn zoon Henry William Aalders verplichtte zijn kinderen hem gedurende hun middelbare schooltijd iedere zaterdagavond voor te lezen uit Kuypers oeuvre. Zijn zoon Johannes Christiaan Aalders leed onder het rationalistische klimaat in de Gereformeerde Kerken, en werd lid van de Gereformeerde Kerken in Nederland in Hersteld Verband. Dit leidde tot een breuk met zijn broers en met de familie Ingwersen, aan wie bij door zijn huwelijk geparenteerd was.
Ook in de volgende generatie kwamen predikanten en leraren voor. Van de zes kleinzonen van Gerhard Jean Daniel waren er drie predikant, twee classicus/historicus, en één werd advocaat. Zijn kleindochters huwden o.a. met een hoogleraar forensische psychiatrie, een kunstschilder, en twee met een predikant. Ook in de daarop volgende generatie komen predikanten, voor, evenals huwelijken met een predikant.
In het boek De dolerenden en hun nageslacht (Kampen 1990) is een uitgewerkte stamreeks opgenomen.
MJA