Predikant te Amstelveen |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() De Handwegkerk te Amstelveen
In 1990 werd Aalders predikant te Amstelveen, ten behoeve van de wijkgemeente Handwegkerk. In deze groeiende gemeente lag een groot accent op de gemeenteopbouw. Daarnaast speelde en speelt de vraag naar nieuwbouw een grote rol. Het volgende artikel schreef hij toen hem met ingang van 1 maart 2007 emeritaat werd verleend.
Roeping en beroep ‘En hoe zit dat dan met je roeping?’, zo werd me belangstellend gevraagd toen ik vertelde dat ik met vervroegd emeritaat ging. Je moet roeping hebben om predikant te worden, dat hoef je mij niet te vertellen. Maar als een predikant met emeritaat gaat, is het dan afgelopen met die roeping? Ik had er niet over nagedacht. Want roeping en beroep hangen wel met elkaar samen, maar gaan niet in elkaar op. Mijn roeping heb ik bijna 25 jaar lang vervuld binnen het predikantschap, maar die roeping was er al voordat ik predikant werd en die roeping is er ook nu, nu ik met emeritaat ben. Ik ben geen ander mens dan voor mijn emeritering, ik zoek de vervulling van mijn bestaan niet ergens anders dan daar. Maar ik heb te weinig energie en spankracht omdat beroepsmatig te doen binnen het kader van een predikantschap in de PKN. Maar dat is toch niet het enige kader waarbinnen een mens zijn roeping gestalte kan geven? Dat ik deze roeping mocht vervullen als predikant, heb ik overigens steeds beleefd als een voorrecht. Vrijgesteld voor dienst van de Heer! Tijd en ruimte om de Schriften te bestuderen, om de vruchten daarvan te delen, om in die tijd en in die ruimte namens die Heer met andere mensen op te trekken! Vele bijzondere ervaringen zullen met me mee gaan, een onbekende toekomst tegemoet. Maar ook het feit dat ik nu met emeritaat kan, voelt als een voorrecht. Verstaat u me niet verkeerd. Graag had ik gezien dat het anders was gelopen. Maar gegeven de omstandigheden, is het een voorrecht dat er een emeritaatsfonds is waarop nu een beroep kan worden gedaan.
Een van de goede ervaringen in deze gemeente was de kennismaking met gekwalificeerde musici, zowel beroepsmusici als amateurs. De situatie die ik hier aantrof was op dit punt geheel verschillend van de situatie zoals ik die in Woubrugge had meegemaakt. Ik heb veel geleerd van de cantorij onder leiding van Robert de Graaff. Hoe bijzonder was het om te ervaren dat de zielsverwantschap tussen ons beiden vaak leidde tot een wonderlijk harmonieuze afstemming tussen verkondiging en zang. Hoe heeft de Heer ons gezegend! Datzelfde mag ik ook zeggen over de samenwerking met het koor Alegría, dat al 15 jaar onder directie staat van Nico Ph. Hovius: een gezegende samenwerking. Opnieuw geldt: wat heb ik veel geleerd van Nico, van de samenwerking met dit koor! Wat een prachtige projecten zijn er voortgevloeid uit de samenwerking tussen Nico en Gert Jan Slump. En wat was het altijd een uitdaging om een en ander vorm te geven binnen de eredienst. En nu we het toch over de muziek hebben, wil ik ook Hans Bajema niet vergeten. 12 jaar heb ik met hem samengewerkt, hebben we plannen gemaakt, gesproken over Bach, sopranen en tenoren ingeschakeld in de diensten. En als het moest was Hans ook niet te beroerd om uit de bundel van Johannes de Heer te spelen. Robert, Nico en Hans, heel verschillend, maar met allen heb ik dankbaar samengewerkt. Inderdaad, als er één ding anders was dan in mijn eerste gemeente, dan was het wel de muziek. Ik heb dat als een verrijking ervaren. Een grote vreugde was voor mij de samenwerking en het contact met de jonge leden van onze gemeente. Toen ik hier in 1990 begon, was Middenhoven volgebouwd en startte de bouw van Westwijk. Het bleek al spoedig dat velen de weg naar de Handwegkerk begonnen te vinden. De kindernevendienst kwam weer tot bloei, er kwam een crèche, er waren meer dopen dan begrafenissen, etc. Het was, zo schrijft de gerenommeerde historicus dr. G.C . van Leeuwen in zijn boek over de Handwegkerk, alsof de gemeente een verjongingskuur onderging. We hebben vaak intensief samengewerkt, de kindernevendienst en ik. We hebben veel plezier gehad, de kinderen en ik. Er waren kinderprojecten, er kwam een kinderkoor, er waren musicals, er waren kinderkerstfeesten. Dat alles was natuurlijk nooit gelukt zonder de inzet en de talenten van talloos velen die zich bij onze gemeente betrokken weten. Een zelfde voorspoed als in het jeugdwerk hebben we ook op andere terreinen mogen ervaren. We hebben als gemeente een bloeiende periode beleefd, en het was een voorrecht en een vreugde om daaraan deel te hebben. In sombere uren tel ik dan ook mijn zegeningen. Er waren ook moeilijke momenten. Niet alleen bruiste het van het jonge leven, er stierven ook mensen, en niet alleen maar ouderen. En juist als een jong mens sterft, ontbreken vaak de goede woorden. Dat waren voor mij moeilijke momenten. Zo was ik ooit op een zaterdagmiddag in het VU-ziekenhuis om de vrouw van Henk Bookholt op te zoeken. Geen gemeentelid, maar wel een schoondochter van een gemeentelid, een schoonzus van twee andere gemeenteleden. Een waas van de naderende dood lag op haar gezicht. Ze was te jong, deze moeder van twee kinderen die nog aan de puberteit moesten beginnen. Dit sterven kon niet. Maar het kwam, onvermijdelijk, zo wist ik. Onverbiddelijk. Verslagen reed ik van het AZVU regelrecht naar de familie Slump, twee jonge mensen aan wie een dochter was toevertrouwd. Ik had de dood gezien, ik wilde nu ook het leven voelen, het nieuwe leven. Ik nam Marije op mijn schoot, ze was nog geen familie van me. Hoogte en diepte, leven en dood, het was alles samengeperst in een enkel uurtje. Zo waren er meer intensieve momenten. Wie zal het kerstfeest vergeten, waarop we moesten meedelen dat Martin van Leeuwen was overleden? Ik sta voor U in leegte en gemis, zongen we. Wie zal de zware gang vergeten die gemaakt moest worden toen Sam van Mer stierf?
Om op een andere manier tot de kern van de zaak door te dringen, ben ik in de loop der jaren meer nadruk gaan leggen op de spiritualiteit, op de christelijke vroomheid. Gereformeerden hebben de naam doenerig te zijn, en nogal gericht op discussie, en in dat oordeel schuilt een kern van waarheid. Maar toch niet meer dan een kern. Dat bleek wel toen we zes jaar geleden begonnen met een maandelijkse Taizéviering. Samen met Robert de Graaff, Vincent Dorenbos en anderen hebben we deze diensten met hart en ziel vormgegeven. Als ik iets nooit had willen missen, dan zijn het wel deze diensten geweest. De christelijke vroomheid kreeg ook expliciet gestalte toen Riette Beurmanjer werd aangetrokken. Met cursussen over christelijke meditatie en meditatief Bijbellezen heeft ze velen aan zich verplicht. Wel heb ik ervoor gewaakt dat het bij christelijke vroomheid bleef, spiritualiteit die verbonden is met en gericht is op Jezus Christus zoals hij ons door profeten en apostelen wordt verkondigd. Voor allerlei modern heidendom of herlevende ketterijen heb ik de kerk willen bewaren. Wie ergens voor staat, is ook ergens tegen. Wie de weg van Jezus Christus wil aanprijst, wijst daarmee impliciet ook andere wegen af. Dat niet iedereen me dat in dank heeft afgenomen, spreekt eigenlijk vanzelf. Gode bevolen, M.J.Aalders
|